Want ik wil niet, broeders (en zusters), dat u geen weet hebt van dit geheimenis (opdat u niet wijs zou zijn in eigen oog), dat er voor een deel verharding over Israël is gekomen, totdat de volheid van de heidenen is binnengegaan. (Romeinen 11:25)
Als je alles rondom Israël op een rijtje hebt gezet en leest wat God er over heeft laten opschrijven in de Bijbel, dan dringt de vraag ons op wat we dan met Israël aan moeten. Moeten wij iets met Israël? Die vraag is veel lastiger dan dat je in eerste instantie zult denken. Je kunt zeggen dat we voor Israël moeten bidden, maar dan stel ik er wel de vraag bij waar we voor moeten bidden? Je zou kunnen zeggen dat we Israël tot jaloersheid moeten verwekken, maar is dat echt waar Paulus het over heeft in de Romeinenbrief? Er zijn er die zeggen dat we naar Israël moeten gaan om te evangeliseren zodat er Joden tot geloof komen, maar is dat de opdracht eigenlijk wel?
Ons grootste probleem is dat wij heel graag iets willen doen, soms vanuit de gedachte dat als Israël tot geloof komt, Jezus terug kan komen. Dat het geloof van Israël met de komst van Jezus te maken heeft, klopt wel, maar of wij dan het geloof bij Israël moeten versnellen, daar kun je ook wel aan twijfelen. Paulus zegt namelijk dat alles rondom Israël een geheim is van God. Het gaat om een geheim dat we alleen kunnen aanbidden, begrijpen is onmogelijk. Wat wel duidelijk is, zegt Paulus, is dat Israël natuurlijke takken van de olijfboom zijn en als God hun ongeloof gebruikt om onnatuurlijke takken die wij als heidenen zijn, in te enten in de zuivere wortel van de olijfboom, dan zal Hij uiteindelijk ook zeker de natuurlijke takken opnieuw enten in de zuivere wortel.
Het valt iedere keer op dat het telkens over Gods initiatief gaat. God gaat iets doen met Israël op een bepaald moment. We lezen niet dat daar heidenen bij betrokken worden. In Ezechiël 37 niet en ook in alles wat Paulus er over schrijft niet. Als het gaat over dat tot jaloersheid verwekken is dat zelfs geen opdracht voor ons, maar hij hoopt dat hij door zijn eigen bediening als apostel enigen tot jaloersheid zou verwekken uit zijn eigen volk. Hooguit tot geloof gekomen Joden zouden dat wellicht kunnen, maar verder dan dat lezen we er niet over.
Over dat geheim zegt Paulus tenslotte nog wel iets en dat doet hij opdat wij niet wijs zouden zijn in eigen oog. Dat zijn mooie woorden, maar eigenlijk zegt hij gewoon: Ik zal dit geheim delen, zodat jullie, heidenen niet eigenwijs je eigen plan zullen trekken. Dat is wat Nederlandser voor die keurige woorden die bij ons zijn ingesleten. Als het over het geheim van God met Israël gaat, mogen wij daar geen eigen inzichten op loslaten. Punt uit.
En wat dat geheim van God met Israël is? Er is voor een deel verharding gekomen over Israël. Nu is dat niet onbekend. Je zou ook kunnen vertalen met ‘Een deel van Israël is onbuigzaam geworden’. Dat past beter bij dat beeld van de olijfboom. Sommigen denken dan dat wij, uit de heidenen, Israël weer moeten helpen om buigzaam te worden. Dan moeten we evangeliseren onder de Joden, dan moeten we bidden voor hun geloof en ga zo maar door. Paulus zegt dat allemaal niet over dat geheim van God met Israël. Paulus zegt dit: “Ze zijn voor een deel onbuigzaam geworden, totdat de volheid van de heidenen is binnengegaan”.
Je kunt proberen wat je wilt om Israël tot geloof te brengen, maar dat zal niet lukken. Het kan eenvoudigweg niet omdat God anders besloten heeft. Dat valt onder de aanbidding van de diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als kennis van God. Dit besluit kun je alleen aanbidden, maar je kunt het niet veranderen. De enige sleutel die er is om Israël tot geloof te brengen is ervoor zorgen dat de volheid van de heidenen is binnengegaan in Gods Koninkrijk. Pas op het moment dat dit is gebeurd, zal God de verharding, de onbuigzaamheid van Israël wegnemen.
Als je hierover nadenkt, kom je tot de conclusie dat wij inderdaad maar beter niet met onze eigen inzichten moeten gaan handelen met betrekking op Israël. Op het moment dat de volheid van de heidenen is binnengegaan, dan zal heel Israël zalig worden. Dat betekent niet dat Israël op een andere manier gered zal worden dan door geloof, daar is Paulus al vanaf Romeinen 2 heel duidelijk over. Zowel voor Israël als voor de heidenen is de gerechtigheid uit het geloof in Jezus Christus. Zo zal ook Israël uiteindelijk zalig worden. Het geheel van Israël dat zalig zal worden heeft betrekken op dat deel van Israël dat er is op het moment dat God de verharding van hen wegneemt.
Als je echt wilt dat Israël gaat geloven (en dus niet vooral bezig bent om maar zo snel mogelijk Jezus terug te laten komen zodat wij niet langer meer op deze wereld hoeven te blijven) dan is het dus van belang dat wij ons druk maken over de heidenen die nog niet geloven. Zowel je buurman, als de heiden in verre landen. God wacht namelijk op de heidenen die er nog bij moeten, voordat Hij Israël zal toevoegen om het geheel compleet te maken. Hierover kunnen we alleen maar zeggen: “O, diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen!”