"In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water." (Genesis 1:1-2)
De Bijbel lezen vraagt om een keus in geloof. Eigenlijk loop je dus al vast bij de eerste drie woorden van de Bijbel. De woorden over het begin, maar dat is alleen het begin van de geschapen werkelijkheid, het begin van onze tijd. Als je zover bent dat je de conclusie hebt getrokken dat je wel met geloof moet beginnen te lezen omdat je anders nooit kunt begrijpen dat is er is en altijd al is geweest, dan loop je vervolgens aan tegen het vierde woord van de Bijbel. De Bijbel begint met 'In het begin schiep God'. Wat is dat dan, dat God schiep?
Hoe je het ook bedenkt, er was niets, alleen God was er, maar dat was Hij in het eeuwige niets. Daar was Hij volmaakt en Hij had niets nodig, maar in dat eeuwige niets nam Hij het besluit om te gaan scheppen. Niet omdat er iets was waar Hij iets van maakte. Dan zou de Bijbel begonnen zijn met 'In het begin maakte God'. Dat staat er niet, er staat dat God schiep. Het grondwoord voor scheppen is een uniek woord dat alleen maar wordt toegepast op God. In de hele Bijbel wordt het woord 'scheppen' alleen maar betrokken op God. Wij kunnen iets maken als we iets in handen hebben. God maakte deze wereld dus niet, God schiep deze wereld. Er was geen materie, er was niets. We moeten er zelfs vanuit gaan dat de wateren en de duisternis in het volgende vers voorwaarde scheppend geschapen is door God. Er was niets. Er was geen godenstrijd geweest waaruit God overgebleven zou zijn, zoals anders geloven dat soms denken. Er was niets, alleen God was er.
Dan schept God, niet uit iets, maar uit niets. Scheppen is niet maken, het is veel meer het laten ontstaan van materie. God schiep niet door materie, maar door Zijn spreken. Hij gebied en het staat er, lezen we in Psalm 33. Op meerdere plaatsen in de Bijbel wordt duidelijk dat God heeft geschapen door Zijn spreken. Scheppen heeft te maken met het ontstaan zonder dat daar iets voor beschikbaar was. Gods gedachten over de creatie van de schepping uiten zich in de woorden die Hij spreekt en dan is het er. Daarom zijn Gods woorden die Hij nu nog steeds spreekt, scheppend van kracht. Bij Hem kan iets ontstaan wat er niet bestaat, in tegenstelling tot hoe wij dingen maken.
Veel mensen zeggen dan: Dit is de grootste onzin die er is en vervolgens geloven ze in een oerknal. Er was niets en dat wat er niet was ontplofte. Dan is het toch veel logischer dat er een God is, Die groter is dan wij en Die schiep uit niets omdat Zijn woorden scheppingskrachtig zijn? Er kan toch niets ontstaan als er niet iets is dat groter is dan dat wat ontstaat? Ds moet er boven ons een levend Wezen zijn dat tot grotere dingen in staat is dan wij. God schiep, zelfs met redeneren is dat eenvoudiger te begrijpen dan dat iets ontploft dat er niet is. En God... God is, dat moet je geloven, maar het is wel de waarheid.