Pas geleden sprak ik ergens en werd ik voorgesteld als 'de heer de Koning' en daarnaast klonk menigmaal het woordje 'u'. Mensen die mij kennen, beginnen dan al te glimlachen en zij denken maar al te vaak: "Hoe lang zal Theo dit laten gebeuren?'. Nu kun je hier een punt van maken, maar je kunt ook bedenken dat er bij mij een 5 voorstaat bij mijn leeftijd. Alleen heb ik maar al te vaak het gevoel dat het dit niet is. In sommige kerkelijke kringen wordt er tegen predikanten hoog opgekeken en hoewel ik geen predikant ben, merk ik dat dit ook bij de HBO-theologen gebeurt.
Vaak wordt gezegd dat dit te maken heeft met respect en dat het ook belangrijk is voor je gezag. Alleen voel ik mij niet minder respectvol behandeld dan wanneer je mij gewoon 'Theo' noemt en 'jij' zegt. En het gezag, dat roept bij mij de vraag op: Welk gezag? Is het dan zo dat mijn geestelijke gezag afhangt hoe mensen naar mij kijken en of ik bij mijn voornaam wordt genoemd? Dat is dan te amicaal, wordt vaak gezegd. Ook dat vind ik eigenlijk helemaal geen probleem, zolang je, als ik namens God iets zeg, dat maar serieus neemt.
Ik ontdek dat er maar al te vaak veel angst onder zit dat sommigen hier een punt van maken. Ook collega's die bang zijn hun gezag inderdaad kwijt te raken. Dichtbij mensen staan kan dan zomaar lastig zijn, terwijl dit voor mij de meest natuurlijke manier van leven is. Het geeft daarnaast ook nog eens rangverschillen weer. Is dat wel terecht? Is het zo dat je op grond van een titel meer te zeggen hebt? Ik ben er nogal huiverig voor. Ik heb misschien wel meer geleerd van een eenvoudige gelovige dan van een theoloog met een paar titels. Klopt het eigenlijk ook wel als er op die manier rangverschillen zijn. Mag je je iets aanmeten omdat je Bijbelleraar, voorganger of predikant bent?
Jezus vindt er ook nog iets van en eigenlijk is dat misschien wel het meest belangrijk. De Farizeeën en de Schriftgeleerden verheffen zich nogal op hun geestelijke status. Daar komt wat gedoe over en dan trekt Jezus in Mattheüs 23 gewoon een duidelijke streep. Jezus zegt: Je mag jezelf geen rabbi of meester laten noemen, want Eén is je Meester, namelijk Christus, en jullie zijn allen broeders (en zusters). Jezus zegt niet dat je geen rabbi, Bijbelleraar of iets dergelijks zou mogen zijn. Daar is niets mis mee, alleen als je je er op laat voorstaan, dan gaat het mis.
Er is niets mis met voorgangers, predikanten, Bijbelleraren of welke andere taak je ook kunt bedenken, alleen dat is wat je doet en niet wat je bent. De enige die aanzien zou mogen hebben is Jezus Zelf. Tegen Hem moet je opkijken, maar van elkaar ben je broers en zussen. In het gezin van God is gelijkwaardigheid. Het zou toch vreemd zijn als je een broer in je biologische gezin zou hebben die professor is en die verwacht dat jij hem, terwijl het je broer is, aanspreekt met professor. Natuurlijk niet, binnen je gezin is het gewoon je broer.
Nu zijn er echt wel andere rabbi's gekomen die ook in Jezus geloofden, maar die zijn niets meer dan die visser op de hoek van de straat. En precies daar ging het mis bij de geestelijk leiders in Israël. Zij lieten zich er op voorstaan. Dus wat zeg je tegen mij als ik je broer ben? Dan zeg je gewoon "Theo" tegen mij en zeg je geen 'u', maar gewoon jij en jou. En dat respect dat is er echt wel en dat gezag van God? Mijn levenshouding is bepalend of je dat gezag van mij aanneemt als ik namens God spreekt en als dat verdwijnt, moet ik bij mijzelf te rade gaan.